Huisdieren krijgen regelmatig te maken met gebitsproblemen. Van spoedgevallen zoals afgebroken tanden, tot chronische problemen ten gevolge van tandsteen. Vooral deze laatste categorie wordt vaak over het hoofd gezien omdat dieren pijn en ongemak in de mond vaak slecht aangeven. Het is echter wel van groot belang! In onze praktijk beschikken wij over een dentale unit en dentale röntgenapparatuur, en geavanceerde apparatuur om de narcose tijdens de behandeling veilig te laten verlopen. Hiermee kunnen wij de problemen van uw dier in kaart brengen en direct behandelen.
Chronische gebitsproblemen
Als tandplak te lang blijft zitten en verkalkt ontstaat er tandsteen. Dit wordt dan een broedplaats voor bacteriën. Als er te veel en te lang tandsteen aanwezig is, zal dit leiden tot gingivitis (ontsteking van het tandvlees) en in een verder stadium parodontitis (ernstige tandvleesontsteking waarbij er onomkeerbaar botverval optreedt). Dit is een pijnlijk proces dat steeds erger wordt.
Tandsteen wat er eenmaal zit kan niet gemakkelijk worden weggehaald. Hier is een professionele gebitsreiniging onder narcose voor nodig. Het liefst voeren we zo’n reiniging uit voordat er parodontitis is, omdat er dan meestal geen extracties nodig zijn. Vaak worden deze problemen echter laat opgemerkt of wordt de behandeling te lang uitgesteld.
Tijdens een gebitsbehandeling kunnen wij röntgenfoto’s maken om te zien of de wortel en het omliggende bot nog gezond zijn. Als dit niet het geval is, moet zo’n tand getrokken worden. Een dier is in dat geval beter af zonder de tand dan met een ontstoken, pijnlijke tand! Ook dieren bij wie we meerdere (of zelfs alle) tanden moeten trekken, kunnen hier goed van herstellen en daarna weer gewoon brokjes eten. Na een gebitsreiniging is het extra belangrijk dat nieuwe tandsteenvorming wordt voorkomen. Dit kan worden gedaan door dagelijks tandenpoetsen en aanpassingen in de voeding.
Heb je vragen?
Neem contact op!
Wilt u meer weten over de mogelijkheden voor tandheelkunde bij uw huisdier? Of heeft u specifieke vragen over wanneer een behandeling nodig is en wat u kunt verwachten? Neem dan gerust contact met ons op.
Tandfracturen
Het wil nog weleens gebeuren dat een dier een (melk)tand breekt. De behandeling is onder andere afhankelijk van de locatie van de breuk. Als het wortelkanaal open is doet dit pijn, en kan er een wortelpuntabces ontstaan. Als zo’n breuk snel is ontdekt, is in sommige gevallen een reparatie bij een specialist mogelijk waarbij de tand wordt behouden (zoals een wortelkanaalbehandeling). Mocht de breuk ouder zijn, of doorverwijzing niet gewenst zijn, dan moet de gebroken tand getrokken worden. Zo wordt abcesvorming voorkomen en wordt de oorzaak van de pijn weggenomen. Hoe sneller we ingrijpen bij een tandfractuur, hoe beter!
Konijn
Konijnen hebben een heel ander dieet dan honden en katten, en daarmee ook een heel ander gebit. De tanden en kiezen van konijnen groeien hun hele leven door. Ze slijten op natuurlijke wijze bij het eten. Het gebeurt regelmatig dat het slijten niet optimaal gebeurt, waardoor er een afwijkende stand van de tanden ten opzichte van elkaar ontstaat (malocclusie). Ze krijgen dan bijvoorbeeld puntjes/haakjes aan hun kiezen die op termijn wondjes en pijn aan de tong of wang veroorzaken. Of de snijtanden sluiten niet meer goed op elkaar aan waardoor deze scheef en te lang verder groeien. We komen hier het liefst achter voordat het problemen geeft, zoals tijdens de jaarlijkse controle- en vaccinatie afspraak. Echter, vaak zien we de problemen pas als een eigenaar op consult komt omdat het konijn niet meer eet en daardoor erg ziek is.
In onze praktijk hebben we de materialen en kennis om deze gebitsproblemen te behandelen. Dit gebeurt onder korte, algehele narcose. We slijpen dan de afwijkende tanden/kiezen bij, om weer een normaal kauwoppervlak te krijgen. In sommige complexe gevallen sturen wij door naar een gespecialiseerde arts.
FORL
Een gebitsaandoening die wij veel zien bij katten is FORL. Dit staat voor Feline Odontoclastic Resorptive Lesions, oftewel feline tandresorptie. Bij deze aandoening lossen de tanden als het ware op, waardoor er gaten ontstaan. Vaak worden eerst de wortels van de tanden aangetast, dit is dan alleen zichtbaar op röntgenfoto’s. In een later stadium wordt ook het zichtbare deel van de tand aangedaan. Dan is FORL zichtbaar als roze plekjes op de tand, waar het tandvlees over de gaten in de tand groeit. FORL is een pijnlijke aandoening. De aantasting van de tand kan er namelijk voor zorgen dat de zenuwen komen bloot te liggen. Ook gaat het vaak gepaard met ontstekingen van het tandvlees. Katten laten vaak niet merken dat dit pijn doet. Pas in een vergevorderd stadium worden er symptomen opgemerkt zoals veranderd eetgedrag, smakken, kwijlen, en/of stinken uit de bek.
De oorzaak van FORL is nog niet bekend. De behandeling bestaat uit het volledig verwijderen van de hele tand inclusief wortel. Dit gebeurt tijdens een gebitsbehandeling onder volledige narcose. Het gebit wordt dan helemaal gereinigd, er worden dentale röntgenfoto’s gemaakt en aangetaste tanden worden getrokken. De nog gezonde tanden moeten daarna extra goed verzorgd worden. Tandenpoetsen is hierbij het beste wat je als eigenaar kan doen. Speciale voeding kan ook goede ondersteuning bieden.
Overgroei van tandvlees over FORL laesies heen.
Een FORL laesie in een hoektand
Tandresorptie is goed zichtbaar op een röntgenfoto
Persisterende melktanden
Puppy’s en kittens hebben een melkgebit. Tijdens de groei horen deze tanden uit te vallen, waarna er een volwassen tand doorkomt. Soms gebeurt het dat zo’n melktand blijft zitten terwijl de volwassen tand door is. Dit heet een persisterende melktand. Dit zien we vaak bij kleinere hondenrassen, met name bij de hoektanden. Het achterblijven van zo’n melktand zorgt voor problemen bij de volwassen tand op de lange termijn. Er hoopt daartussen sneller tandsteen op, met tandvleesontsteking en uiteindelijk aantasting van de tand en het kaakbot als gevolg. Als beide tanden blijven zitten, moet vaak op jonge leeftijd zowel de melktand als de volwassen tand getrokken worden. Om de volwassen tanden te sparen, is het belangrijk om persisterende melktanden te verwijderen voordat er problemen ontstaan. Bij het juniorenconsult op 6 maanden leeftijd vindt er ook altijd een gebitscontrole plaats om na te gaan of er goed gewisseld is.
Malocclusie
Bij pups en kittens zijn het gebit en de kaken nog volop in ontwikkeling. Dit gaat niet altijd zoals het hoort te gaan. Dan zullen de boven- en onderkaak niet goed op elkaar aansluiten (over- of onderbeet). Dit heet malocclusie. Vaak zien we dan dat de (hoek)tanden van de ene kaak in de andere kaak prikken. Dit zorgt voor een afwijkende ontwikkeling van de rest van het gebit, en soms ook pijn en ontsteking. Soms trekt dit vanzelf bij, maar soms moet er worden ingegrepen. Bijvoorbeeld door de afwijkend gepositioneerde tand te verwijderen. In complexe gevallen overleggen wij met een tandheelkundig specialist of verwijzen wij door.
Gingivitis stomatitis complex
Bij katten komt een aandoening voor die gekenmerkt wordt door ontstoken slijmvliezen in de bek. Dit heet gingivitis stomatitis complex (GSC). Gingivitis is ontsteking van het tandvlees. Stomatitis is ontsteking van het mondslijmvlies (vaak achterin de keel). Bij GSC is er sprake van een overmatige reactie van de slijmvliezen in de bek op tandplak/tandsteen. De oorzaak is multifactorieel. Soms spelen onderliggende virusziekten zoals FIV, FeLV en Calicivirus een rol. De problemen treden vaak op jonge leeftijd. De eerste stap in de behandeling is een grondige gebitsreiniging om alle tandsteen te verwijderen. Helaas komt in de meeste gevallen de ontsteking terug, en is het noodzakelijk om alle kiezen te trekken. Doen we dat niet, dan zal de kat steeds meer pijn krijgen, tot het moment dat hij niet meer kan eten en drinken. In 80% van de gevallen zorgt het trekken van alle kiezen ervoor dat de ontsteking in een aantal weken verdwijnt. Eigenaren merken dan vaak dat hun kat beter eet en drinkt, maar ook levendiger en vrolijker wordt!
Wij helpen je graag
Heb je vragen? Neem gerust contact op.